Tijdens deze 2e repetitie met het Aloysius Strijkkwartet zijn we gedetailleerd ingegaan op de muzikale lijnen in alle delen van de Choral-Messe. Ook het Ave verum van Mozart goed onder handen genomen. Strijkers en zangers raken al meer op elkaar ingespeeld, en alles begint als een geheel te klinken. Maar er zijn nog veel details uit werken en te doorleven. En dan kom je er als dirigent niet met een paar mooie beeldspraken. Zoals bij het Ave Verum te beweren dat die muziek moet klinken als een opwaartse beweging. De opwaartse beweging van het net waarmee engelen Mozart´s muziek weer thuis brengen in de hemel, omdat het eigenlijk niet op de aarde hoort. Dat soort dingen. Beter is het praktisch te werken aan details, bijvoorbeeld overgangen tussen motieven en zinnen, hoe en waar precies te vertragen en weer a tempo te zingen en spelen, en hoe het geheel te behouden als de strijkers geen duidelijke afsluiting hebben, maar de zangers wel.
We hebben geen improvisatie gedaan, maar alle tijd zoveel mogelijk besteed aan het repeteren met het strijkkwartet. Helaas is het “Geistliches Lied” van Brahms niet aan de orde gekomen, want voor we het wisten was de tijd alweer voorbij. Die kostbare en heerlijke tijd, die je kan wijden aan het maken van muziek.